Protocol grensoverschrijdend gedrag versie April 2025

Judo Rotterdam-Overschie

Richtlijnen bij grensoverschrijdend gedrag bij vereniging Judo010 te Overschie

Vernieuwd protocol vastgesteld door het bestuur van Judo010 op 14-4-2025 te Rotterdam.

Intro

Bij activiteiten van onze vereniging komen jonge en oudere mensen voor hun plezier en met sportieve doelstellingen bijeen. Het bestuur voelt zich verantwoordelijk voor het realiseren van een prettig en veilig sportklimaat. Toch kunnen er situaties ontstaan, waarin er sprake is van ongewenst gedrag.

Grensoverschrijdend gedrag

(definitie NOC*NSF, zie website: Grensoverschrijdend gedrag – NOCNSF )

Seksuele intimidatie of misbruik

Onder seksuele intimidatie wordt verstaan: enige vorm van overschrijdend verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie (duiding), dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast. In het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd.

Pesten

Pesten betreft alle vormen van intimiderend gedrag met een structureel of herhalend karakter. Daarbij proberen één of meerdere personen een ander fysiek, verbaal of psychologisch schade toe te brengen. De andere persoon kan zich niet verdedigen tegen dit gedrag. Pestgedrag kan zowel heel duidelijk als heel subtiel zijn. Daarom is het belangrijk dat trainers de pedagogische vaardigheden hebben of ontwikkelen om pestgedrag te herkennen en tegen te gaan.

Intimidatie en machtsmisbruik

Macht is het vermogen om anderen te sturen in hun gedrag op zo’n manier dat het vooral de misbruiker beter uitkomt. Of: het vermogen om anderen dingen te laten doen die ze eigenlijk niet willen doen. In dit soort gevallen spreken we van machtsmisbruik. 

Intimidatie is iemands gedrag beïnvloeden door diegene angst aan te jagen. Intimidatie wordt uitgeoefend door iemand in een machtspositie, richting iemand die minder of geen macht heeft. Denk hierbij aan een trainer-coach die bepaalt of een speler wel of niet wordt opgesteld.

Discriminatie

Discriminatie is het ongelijk behandelen en achterstellen van mensen op basis van kenmerken die er niet toe doen en is in Nederland bij wet verboden en strafbaar volgens artikel 1 van de Grondwet. De Nederlandse wet beschrijft elf discriminatiegronden: leeftijd, seksuele gerichtheid, godsdienst en levensovertuiging, etniciteit, geslacht (gender), nationaliteit, handicap of chronische ziekte, politieke overtuiging, burgerlijke staat, soort contract en arbeidsduur. 

Vaak is discriminatie of uitsluiting niet expliciet en is het bijna onderdeel geworden van alledaagse omgangsvormen. Dat maakt dat we het niet meer als zodanig herkennen en erkennen in de sport. NOC*NSF streeft naar een diverse en inclusieve sport waarin iedereen zich welkom voelt.

Ten behoeve van de preventie en de aanpak van dergelijke situaties zijn richtlijnen opgesteld. We hopen dat van deze richtlijnen een preventieve werking zal uitgaan. Verder zullen deze richtlijnen bijdragen aan het op een correcte manier reageren op grensoverschrijdend gedrag binnen onze vereniging.

De verantwoordelijkheid van de begeleider

Naast een sportieve taak heeft een begeleider (lees: (assistent)trainer, coach, manager) ook een (weliswaar gedeelde) opvoedkundige opdracht. De begeleider is medeverantwoordelijk voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de (jonge) sporter en voor diens ontwikkeling naar zelfstandigheid. Daarbij moet de begeleider zelf de persoonlijke grenzen van de sporter respecteren en de grenzen van professioneel gedrag niet overschrijden. Ook moet een begeleider de sporter ondersteunen in het zelf stellen van grenzen naar anderen toe.

‘Mag ik ze dan geen aai meer over hun bol geven?’

De omgang tussen mensen en het lichamelijke contact bij het sporten laten zich niet tot in detail regelen. Dat is ook niet de bedoeling van de gedragsregels. Lichamelijk contact kan functioneel zijn en een ‘aai over de bol’ kan motiverend en prettig zijn. Aanrakingen en bijvoorbeeld het geven van complimentjes moeten in de sport geen taboe worden. De gedragsregels zijn richtlijnen voor de begeleider, waarmee (seksuele) intimidatie kan worden voorkomen. Ze geven de grenzen aan van het handelen. Ze fungeren als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties. Ze nodigen uit tot nadenken en discussiëren over het eigen handelen en dat van anderen in de sportomgeving.

Pesten is onacceptabel en vraagt om een duidelijke en krachtige reactie van de begeleider. Wanneer een begeleider pestgedrag signaleert wordt er van hen verwacht dat zij hierop adequaat reageren en melding doen aan de contactpersoon om hulp en overleg in gang te zetten.

Uitgangspunten / Gedragsregels

Niemand mag activiteiten binnen het verband van onze vereniging gebruiken voor doeleinden van eigen nut en/of bevrediging, die in strijd zijn met de integriteit van anderen. Vooral ongewenste intimiteiten en pestgedrag van welke aard dan ook worden onder geen beding getolereerd. Het NOC*NSF heeft hiervoor de “Gedragsregels ter preventie van seksuele intimidatie” opgesteld, waaraan iedereen zich altijd moet houden. Ondersteunend aan deze gedragsregels heeft NOC NSF de volgende infographic opgesteld welke Judo010 zal toepassing indien nodig: 06_Infographic_NOC*NSF_Sexuele Intimidatie

Judo010 past het stappenplan pestsituatie toe zoals gepubliceerd door NOC NSF: stappenplan-pestsituatie.pdf

Judo010 past tevens de richtlijnen toe zoals ontwikkeld door JBN welke omschreven zijn op: Judo Bond Nederland | Veilig sporten

JBN heeft daarbij verschillende protocollen ontwikkeld welke Judo010 toepast, te weten:

  • Pestprotocol
  • Protocol tegen seksuele intimidatie
  • Handreiking gendersekse in de sport

Deze zijn te raadplegen op: Judo Bond Nederland | Wat je moet weten over het JBN Keurmerk

Deze zijn van toepassing voor:

  1. technische‐ en organisatorische kaderleden van onze vereniging
  2. leden van onze vereniging en/of hun wettelijke vertegenwoordigers

In deze protocollen staan afspraken en daaruit voortvloeiende handelwijzen voor situaties waar sprake is van grensoverschrijdend gedrag of een vermoeden daarvan. Indien de beschreven handelwijze van dit protocol wordt gevolgd, kan een en ander uiteindelijk leiden tot een uitspraak van het bestuur met mogelijke sancties tegen de pleger. In de tekst worden personen beschreven in de mannelijke vorm. Dit protocol is echter van toepassing op zowel mannen als vrouwen.

Preventie

Het bestuur verplicht alle kaderleden zich te gedragen naar relevante protocollen, richtlijnen en gedragsregels zoals opgesteld door het NOC*NSF en JBN. Het bestuur zal personen die veroordeeld werden voor handelingen in strijd met deze regels, weigeren voor een functie of taak binnen de vereniging. Alle kaderleden alsmede de bestuursleden beschikken over een verklaring omtrent goed gedrag.

Vertrouwenscontactpersoon

Voor het uitvoeren van taken in het kader van dit protocol is de vertrouwenscontactpersoon van JBN beschikbaar, voor informatie en contactgegeven zie: Judo Bond Nederland | JBN vertrouwenscontactpersoon

Taken van de vertrouwenscontactpersoon zijn:

  1. 1e opvang melding ongewenst gedrag;
  2. inschakelen of verwijzen naar de vertrouwenspersoon;
  3. bemiddelen en zoeken naar oplossingen, behalve in zaken van seksuele intimidatie; deze worden direct doorgespeeld naar de vertrouwenspersoon;
  4. de vertrouwenscontactpersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. De vertrouwenscontactpersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in die hoedanigheid verneemt. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als vertrouwenscontactpersoon heeft beëindigd;
  5. advies geven aan de vereniging welke stappen moeten worden gezet;
  6. initiatieven nemen ter preventie (o.a. bij seksuele intimidatie);
  7. jaarlijks verslag doen van de verrichte werkzaamheden.